Vrouwen kunnen niet schrijven

‘Vrouwen kunnen niet schilderen’, zegt Charles Tansley op het eerste plaatje van de omslagillustratie die Alison Bechdel voor een nieuwe editie van To the Lighthouse van Virginia Woolf tekende. Hij zegt dat tegen de jonge schilder Lily Briscoe die te gast is bij de familie Ramsay op het eiland Skye. In de roman, die voor het eerst in 1927 verscheen, zegt Charles Tansley ook nog dat vrouwen niet kunnen schrijven. Anno 2023 leest niemand meer het werk van Leslie Stephen, de vader van Virginia Woolf, op wie zij Mr. Ramsay baseerde. Virginia Woolfs romans en essays worden nog steeds gelezen, bestudeerd, bewonderd en herdrukt.

Het verschil tussen de maatschappelijke rollen van mannen en vrouwen aan het begin van de twintigste eeuw en de machtsverschillen die daaruit voortvloeien is een van de centrale thema’s van To the Lighthouse. Al aan het begin van het eerste deel worden machtige en dominante mannen veelvuldig verwenst en bekritiseerd. James Ramsay, de jongste van de acht kinderen van het echtpaar Ramsay, wenst zijn vader dood, als die hem vertelt dat ze morgen niet naar de vuurtoren kunnen. ‘He is absorbed in himself, he is tyrannical, he is unjust’, zegt Lily Briscoe over de filosoof Ramsay, die niet zonder de bewondering van zijn mannelijke studenten en de voortdurende bevestiging van zijn vrouw kan.

Mannelijke macht wordt steeds, vaak subtiel en ironisch, en altijd in prachtige zinnen, ter discussie gesteld. Mrs. Ramsay portretteert Charles Tansley, de aanbidder van haar echtgenoot, als een bemoeizuchtige mansplainer avant la lettre die voortdurend iedereens plezier bederft. Mannelijke macht is ook giftig, laat Virginia Woolf zien. In navolging van de door hem zo bewonderde meneer Ramsay is ook Charles Tansley onaardig tegen de kleine James. Alison Bechdel rekent in deze nieuwe uitgave af met de mannelijke ijdelheid door Lily Briscoe meer tekst te geven in haar omslagstrip. Alleen Charles Tansley mag iets zeggen. De overige tekstballonnen van de mannelijke personages zijn leeg waardoor Lily Briscoes gedachten over het schilderij dat ze van Mrs. Ramsay en James maakt vrij spel krijgen.

Virginia Woolf verpakt de kritiek van haar vrouwelijke personages op hun eigen rol en die van hun echtgenoten en mannelijke vrienden subtieler dan Alison Bechdel. Dat mannen gediend en bediend dienen te worden is mevrouw Ramsay duidelijk. Elk jaar nodigt ze weer te veel gasten uit in hun zomerhuis in en speelt ze de rol van de perfecte gastvrouw vol overgave.

Indeed, she had the whole of the other sex under her protection; for reasons she could not explain, for their chivalry and valour, for the fact that they negotiated treaties, ruled India, controlled finance […]

Ook van Lily Briscoe wordt verwacht dat ze aardig is tegen de jonge mannen die te gast zijn bij de Ramsays. Mevrouw Ramsay vraagt haar expliciet om iets aardigs te zeggen tegen Charles Tansley omdat ze bijna bezwijkt onder haar rol als gastvrouw. De kunstenares is zich ervan bewust dat ze – voor de zoveelste keer – haar autonomie moet opgeven en niet kan ervaren wat er gebeurt als ze eens niet aardig is tegen een man die iets van haar wil.

of course for the hundred and fiftieth time Lily Briscoe had to renounce the experiment—what happens if one is not nice to that young man there–and be nice.

Voor de Bechdel-test slaagt To the Lighthouse vermoedelijk niet. Een dialoog tussen twee vrouwelijke personages die over iets anders dan mannen gaat is niet te vinden. Mrs. Ramsay denkt veel over mannen en huwelijken. Vrouwelijke verlangens naar liefde, aanzien en macht vormen verschillende subteksten in deze tweede roman van Virginia Woolf, die zich – in de woorden van Alison Bechdel – ‘blijft ontwikkelen, alsof hij leeft’. Lily Briscoe fantaseert over een relatie met Mrs. Ramsay, die haar wel aanraakt, maar ook wil koppelen aan een man.

Lily Briscoe valt buiten het gebruikelijke seksestramien omdat ze kunstenares en ongetrouwd is. Ze is niet alleen onzeker over haar kunst, ook haar plaats in het leven leidt tot twijfels. Ze is lesbisch in een conservatieve omgeving waar het heteroseksuele huwelijk als het hoogste ideaal geldt, niet omdat dergelijke huwelijken per se tot veel geluk leiden, maar omdat ze de status quo in stand houden. Ze sublimeert haar liefde voor Mrs. Ramsay in een schilderij dat in de loop van het verhaal transformeert van een realistisch portret van moeder en zoon in een abstractere voorstelling van de vrouw die ze aanbidt. Haar centrale rol in ‘The Lighthouse’, het derde en laatste deel van de roman, laat zien hoeveel waarde Virginia Woolf hechtte aan zelfstandige vrouwen.

Grimms sprookje ‘Van de visser en zijn vrouw’, dat mevrouw Ramsay aan James voorleest, vormt ook zo’n subversieve subtekst. De vrouw van de visser heeft een eigen wil en eist de mannelijke rollen van koning, keizer, paus en God op. Zoveel macht is haar niet gegund. Ze eindigt weer in haar armoedige po. Haar lot lijkt op dat van Mrs. Ramsay die zich op haar vijftigste afvraagt of ze haar leven, haar man, haar financiën niet beter had moeten managen, en elk jaar hetzelfde aftandse vakantiehuis huurt.

In haar voorwoord bij de nieuwe Penguin Classics Deluxe Edition, die er dankzij de strip van Alison Bechdel op het omslag bijzonder fris uitziet, noemt Patricia Lockwood To the Lighthouse een roman die beweegt. Het boek schrijdt over het gazon op jacht naar een lezer.

Here it comes striding across the lawn, with its hair in long curving crimps and a deer-stalker’s hat on its head, with a bag in one hand and a child trailing from the other. It is coming to find you, its face lights up, there is something in this world for you to do.

Hopelijk vangt deze nieuwe, door Alison Bechdel en Patricia Lockwood verrijkte editie, veel nieuwe lezers.

Marie-José Klaver

Virginia Woolf – To the Lighthouse. Met een voorwoord van Patricia Lockwood en een coverillustratie van Alison Bechdel. Penguin (Classics Deluxe Edition), New York. 221 blz. € 15.