Wegvaren bij Lemmer duurde altijd lang. Eerst de Friese hoek voorbij, dan de Rotterdamse hoek. Dan pas opende zich het water, voorbij de onmetelijke saaiheid van de polderdijk. Het was pure blindheid. Nu, ruim vijfentwintig jaar later, kiezen we opnieuw de betonning van de Lemstergeul. En nu kan ik mijn ogen niet afhouden van die zelfverzekerde lijn, die ontspannen hoeken waarmee de Noordermeerdijk tegen het water ligt. Erachter liggen verhalen, zeker, maar de schoonheid van de klare lijn treft me.