In het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen brengen acteurs het Urk van 1905 tot leven. In het huisje van Lubbert Hoefnagel ruikt het naar gestoofde ui, peen, spekjes en aardappel. Het pannetje pruttelt op een petroleumstel. Hij gaat zo eten. Maar eerst schrijft hij met een kroontjespen de namen van de meisjes. Mij legt hij poëzie van Domela Nieuwenhuis voor. De meisjes tonen weinig belangstelling voor wat Lubbert vertelt. Tot we weer buiten zijn. Zoals dat mannetje, zo willen ze wel leven.