Powerliften tegen de wereld

Walter Broers, de protagonist in Henk van Stratens nieuwe roman Het kraaienschip, heeft niet veel mee in het bestaan. Hij heeft weinig opleiding, is werkloos, gescheiden, komt uit een gedesillusioneerd milieu, heeft met zijn ex een puberzoon met verkeerde vrienden en maakt dan ook nog de weinig perspectief biedende keus om zijn lichaam te gaan oppompen als powerlifter. Geen wonder dat hij ook ondoordacht reageert wanneer zijn zoon Ben betrokken raakt bij een fatale steekpartij.

Zo kan-ie wel weer denk je bij een dergelijke opstapeling van leed, pech en stom gedrag. Maar Henk van Straten is een vaardig bouwer van verhaalconstructies, die meer vertellen dan er staat. Dat de door het leven beschadigde hoofdpersoon na de steekpartij, die het gevolg is van een bende-oorlog, zijn bedreigde zoon Ben meeneemt naar een zeer afgelegen huisje in Portugal staat voor een groter hedendaags probleem. Dat van de radelozen, die op uiteenlopende maatschappelijke terreinen vastlopen in een steeds ondoorgrondelijker systeem.

Frustratie, agressie en paniek. Want al dat kantoorvolk, al die wantrouwende hulpverleners; wat droegen zij nou echt bij? Och, wat nemen ze het allemaal serieus, met hun procedures en datumprikkers en e-mails uit de voegen barstend van de cc-geadresseerden. Deze mensen, die niets anders dan bureaucratie kenden. Kantoortjeswerk, kantoortjesoplossingen. Ze boden je kantoortjeshulp. Veiligheid kenden zij vooral in de vorm van een systeemplafond. Zeker, zolang Ben in zo’n kantoortje zat was hij buiten gevaar, maar op straat? Wat deden de hulpverleners om hem daar te beschermen, om het gevaar – al dat tuig – daar te neutraliseren? Konden ze Walter helpen met vechten? Walter lachte erom. Sterker nog: als Walter zo’n gastje zou doden, zou vernietigen, dan was hij degene die werd opgesloten. Dit was nu de wereld. Een vader mocht zijn zoon niet beschermen. Het fatsoenlijke Westen, de pacifistische rechtsstaat; je kon erop vertrouwen tot de vloer het begaf en je erdoorheen zakte.

Walter heeft het moeilijk met zijn afkomst, met name zijn vader, een gefrustreerde oud-militair, met zijn eigen matige ontwikkeling, het zakelijke succes van zijn vrouw, die goed verdient met een keten schoonheidssalons en ook met zijn narrige zoon Ben. De laatste doet weinig anders dan op zijn mobiel staren, hangen en slapen. Zelf geloofde Walter na zijn ontslag, het gevolg van een vage klacht over grensoverschrijdend gedrag, een stoere kerel te kunnen blijven door te gaan bodybuilden inclusief buitensporige voedingen en injecties. Met een Hulk-achtig voorkomen tot gevolg en geen spat meer zelfvertrouwen.

In Walters gedrag herken je in alles de angst en wanhoop het geloof in zichzelf te verliezen. Als zijn teleurstellende zoon dan ook nog bedreigd wordt door leden van de rivaliserende bende, weet hij niets beter te bedenken dan hem mee te nemen naar die Europese uithoek, een bouwval die een sportschoolvriend hem voor dit doel aanbood. Geen ontvoering dus, zoals de omslag van deze roman beweert, want Ben vindt alles best. Dan hoeft hij meteen niet meer naar school, want ook hij is geen studiehoofd.

Van Straten tekent, zij het in tamelijk aangezette vorm, zo een milieu dat maar weinig gezien wordt in de Nederlandse literatuur. Nu eens een keer geen gymnasiasten of academici, maar een ploeterend, uiteenvallend gezin uit de lagere middenklasse, dat niet alleen aan z’n lot wordt overgelaten, maar zich ook nog eens schrap moet zetten tegen allerlei maatschappelijke procedures en protocollen. Walter reageert dan, onder invloed van wat hij thuis geleerd heeft, als een man die gelooft in krachtige en radicale stappen. Maar waar ze toe moeten leiden staat hem een stuk minder helder voor de geest. Je zou er wel een parallel met al die nieuwe politieke partijtjes in kunnen zien.

Het zogeheten kraaienschip, een eeuwenoude rotsformatie voor de Portugese kust, die Walter steeds voor de geest probeert te houden als symbool van onverzettelijkheid, kan hem echter niet helpen aan nieuwe uitwegen. Ook zijn contact met de op dezelfde plek levende hippie-achtige Nederlandse vrouw Alma veroorzaakt bij hem alleen maar meer verwarring. Dat Van Straten het domme vluchtplan van vader en zoon feitelijk laat stranden, zoals je al van verre ziet aankomen, geeft weliswaar aan hoe de maatschappelijk zwakkeren hun tekortkomingen doorgeven van generatie op generatie, het bezorgt de roman echter ook een wat pover slot.

André Keikes

Henk van Straten – Het kraaienschip. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 240 blz. € 22,99.