‘Ik ga niet dood voordat dit afgelopen is’

Uit Voordat het laat wordt blijkt het verlangen van de vluchteling naar de plek waar hij is geboren. Kader Abdolah, uit Iran gevlucht toen de ayatollahs een meedogenloos islamitische regime invoerden, reist naar zijn ouderlijk huis om zijn stokoude, dementerende moeder terug te zien. De achterflap spreekt althans over Kader Abdolah, in de roman zelf noemt de ik-persoon zich Refiq Foad, een fictieve afsplitsing van de schrijver die we eerder tegenkwamen in zijn Boekenweekgeschenk De kraai.

De weg naar huis gaat via clandestiene wegen in Koerdisch gebied en daar heeft Voordat het laat wordt vaart en een zeker suspense omdat overal het gevaar loert van de bebaarde mannen, de religieuze fanatici. Als hij eenmaal thuis is gekomen, waar zijn moeder hem niet herkent, of in hem haar vader of haar man terugziet, wordt de roman statischer. De schrijver neemt zijn intrek in het nabije observatorium waar vroeger naar de sterrenhemel werd gekeken.

Voor de trouwe fan zijn er veel herkenbare verhalen, over de doofstomme vader en natuurlijk komen de adelaars en de kraai (‘Hij moest zeker de honderd gepasseerd zijn.’) weer terug. Abdolah lardeert zijn werk altijd met fragmenten en gedichten van anderen, ook nu waarbij hij en passant ‘Jonge sla’ van Rutger Kopland verminkt (‘Jonge sla / Net geplant / Slaapt nog / In vochtig bedje. / Nee.’). Bewust, want in de verantwoording schrijft hij hovaardig dat Kopland beter het woord ‘slaapt’ dan ‘slap’ had kunnen gebruiken in zijn gedicht.

Hier heb ik het ooit met Rutger Kopland over gehad, in 2011 in Groningen: “Slaapt” maakt je gedicht krachtiger dan die “slap”.
Hij glimlachte. Of hij het ermee eens was weet ik niet, want in die tijd was Kopland net begonnen om de woorden geleidelijk los te laten.

Een bijzondere verschijning vormt een koe ‘uit sprookjes’ die met de schrijver is meegelopen. De romanwereld van Abdolah is voortdurend bezwangerd met betekenisvolle metaforen en onwaarschijnlijke toevalligheden. Naast deze aanhankelijke en beschermende koe, maakt een onbekende doofstomme vrouw tijdens een meteorietenregen haar opwachting. Bovendien komen een bekende oude dichter en een oude cineast de schrijver op zijn observatorium helpen om replica’s te maken van telescopen waarvoor blijkbaar alle grondstoffen voorhanden zijn. ‘Samengevat: we zijn op zoek naar het huis waar het licht vandaan kwam.’

Met dit soort metafysische uitspraken en wijsheden als ‘Jij bent het universum dat jezelf ervaart’ wordt de literaire lezer niet echt verwend. Dat is jammer, omdat binnen het boek een interessanter gegeven speelt dat met de dagelijkse realiteit te maken heeft: de opstand van jonge vrouwen en kunstenaars tegen het religieuze regime en de bloedige onderdrukking ervan. Abdolah heeft zijn hoop gevestigd op die nieuwe generatie, zijn generatie heeft tevergeefs gevochten. De schrijver ontmoet continu personages die ‘Ik ga niet dood voordat dit afgelopen is’ zeggen. De treurige werkelijkheid is echter dat die wens nog wel een tijdje fictief zal blijven.

Coen Peppelenbos

Kader Abdolah – Voordat het laat wordt. Prometheus, Amsterdam. 350 blz. € 24,99.

Deze recensie verscheen eerder in een kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden (op papier op 14 november 2023)