Nadat Joep van Ruiten als eerste in het Dagblad van het Noorden naar buiten bracht dat de CPNB het Boekenweekgeschenk voor volgend jaar wil organiseren in de vorm van een wedstrijd, bleef het opmerkelijk stil in de literaire wereld. De CPNB wil niet reageren. Trouw schreef er een stukje over en Boekblad (die heel netjes wel de bron noemt) en in de Volkskrant wijdt Wilma de Rek haar column aan deze materie. Zij staat wel positief tegenover de wedstrijd, waarbij de anonieme inzendingen door een jury beoordeeld zullen worden, al was het maar omdat die vorm in het verleden tot een eerlijkere verdeling tussen mannen en vrouwen die het geschenk schreven leidde.

De financiën zijn wat ongewis. De winnaar krijgt het ‘Modelcontract Boekenweek’, maar de verliezers krijgen niets. Je zult als auteur vooraf een deal met je uitgever moeten maken om nog wat terug te zien van je inspanningen. Je moet natuurlijk niets als auteur stelt De Rek vast.

Ik heb meer te doen met de stakkers die zich straks door al die manuscripten heen mogen ploegen. De jury van 1947 had de keuze uit negen novellen, die van 1948 uit negentien. Niemand weet hoeveel onzen modernen tijd er gaat opleveren – maar ik houd mijn hart vast.

Lees haar column hier.