Mijn hoofd is mijn atelier

Een interview publiceren, waarin de naam van de geïnterviewde niet mag voorkomen. Dat is de eis van de beroemde kunstenaar in de novelle Het intieme interview van Robert Devriendt. Een voorwaarde waar geen journalist mee akkoord zou kunnen gaan, maar de kunsthistorica, pr-vrouw voor jonge kunstenaars en deeltijdschrijfster Kaja accepteert zijn beding, omdat ze onder de indruk is van zijn charisma en getormenteerde ziel.

Robert Devriendt is zelf succesvol beeldend kunstenaar, maar publiceerde eerder ook een roman en een essayistisch dagboek, waarin steeds in meerdere of mindere mate zijn praktijk als kunstenaar een rol speelt. Dat is ook nu weer het geval. Het biedt hem op een vrij onuitgesproken manier de mogelijkheid het publiek eigen motivaties en werkwijzen te verklaren.

‘[…] mijn hoofd is het werkelijke atelier, het intieme atelier’

Net als Devriendt schildert de geïnterviewde fictieve kunstenaar reeksen hyperrealistische minischilderijen van op het eerste gezicht alledaagse taferelen. Voor wie het wil of kan zien, communiceren ze met elkaar tot een beeldverhaal. In Devriendts geval schreven zeventien Nederlandstalige dichters en schrijvers, onder wie Peter Verhelst, Koen Peeters, Anneke Brassinga en Saskia De Coster er over in de bundel Scènes uit 2013.

De kunstenaar in deze novelle is, ondanks zijn raakvlakken met Devriendt en zijn werk, duidelijk een ander. Hij is een ware zonderling, maar wel een met scherpe zintuigen en opvattingen. Uit een handschrift durft hij bijvoorbeeld zo maar vérgaande conclusies te trekken. En als Kaja, bij hem op bezoek na een moeizaam bereikt contact, een vergelijking met foto’s durft te maken, ervaart de kunstenaar dat als een grove miskenning:

‘Foto’s?’ riep hij uit terwijl hij theatraal met zijn hand in de richting van de werken zwaaide. ‘Kijk nu toch eindelijk eens écht!’

De man blijkt een kunstenaar, zoals je die vaker in films en romans tegenkomt; onthecht levend in een eigen wereld, wat verward, vrij van elk materialisme en gek op mooie vrouwen. Hij is er, denk aan het genoemde ‘foto-incident’, ook ten diepste van overtuigd dat de meeste mensen niets zien, alleen maar kijken. Hoewel Devriendt hem op andere momenten juist zelf als onoplettend schetst:

De kunstenaar keek weliswaar in de richting van de grote vijver, maar ik betwijfelde of hij ook maar iets waarnam van wat er zich voor hem aftekende.

In korte hoofdstukjes laat Devriendt Kaja nadenken over haar verbroken langjarige relatie met een psychologe, de in haar ogen oppervlakkige kunstwereld, een aantrekkelijke barvrouw, maar vooral over hoe ze dieper in de geest en ziel van de getroebleerde kunstenaar kan doordringen. Het zijn fragmentjes, die op zichzelf staand tamelijk futiel kunnen overkomen, maar beter gelezen kunnen worden als losgesneden stukjes alledaagsheid. Een beetje zoals de minischilderijen van Devriendt. En zoals sommige tamelijk onbeduidende gebeurtenissen uit je jeugd, die je toch tot je laatste snik kunnen blijven achtervolgen.

André Keikes

Robert Devriendt – Het intieme interview. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 120 blz. € 20,99.