Recensie: Sarah Tarlow – De archeologie van het verlies
‘Zie je hoe ik lijd door jouw toedoen?’
Als de 48-jarige Sarah Tarlow op 7 mei 2016 de deur achter zich dichttrekt, roept ze: ‘Ik ben thuis.’ Het is zaterdagochtend. Haar man, Mark Pluciennik, die zijn dagen vanwege een progressieve neurologische ziekte in bed slijt, reageert niet. Tarlow loopt naar boven en treft hem levenloos aan. Ze hadden een relatie van achttien jaar, ze waren twee weken getrouwd. Mark suïcideerde zich met het middel pentobarbital en hij stierf alleen.
In De archeologie van het verlies probeert de bekende Britse archeologe Sarah Tarlow haar rouwgevoelens onder woorden te brengen. Gevoelens die uiteenlopen van mededogen tot spijt. Daarnaast plaatst ze vanwege haar beroep onze rouwcultuur in een historische context. Zo redeneert ze dat er ook duizenden jaren geleden al mantelzorgers moesten zijn, want opgegraven mensenbotten blijken soms geheelde breuken te hebben: zonder hulp van anderen zouden onze voorvaders nooit wekenlang met een gebroken been kunnen hebben overleefd. Dat archeologische haakje, waarvan iemand op een uitgeverij vast gezegd heeft dat dat Tarlows verhaal onderscheidend kan maken, voegt weinig toe. De link met het verleden voelt er vaak geforceerd bijgehaald en leidt vooral tot zinledig gespeculeer: ‘Wat zou ze voor iemand geweest zijn, deze zorgverlener van vierduizend jaar geleden?’ Ja, geen flauw idee.
Het is juist de beschrijving van Tarlows huidige rouwgevoelens, die het boek verfrissend maakt en een welkome aanvulling op het uitpuilende archief aan rouwmemoires. Zo komt Tarlow steeds terug op hoe erg ze het vindt dat Mark in eenzaamheid gestorven is, zonder de aanwezigheid van zijn vrouw en kinderen. Maar hem werd geen andere keuze gelaten: als hij aan hen verteld had wat hij van plan was, zouden ze vervolgd kunnen worden. Het is in 2016 in Engeland immers verboden om niet in te grijpen wanneer je over iemand zelfdodingsplannen hoort. Euthanasiewetten schieten ook tekort, dus de enige manier voor Tarlows man om een einde te maken aan zijn uitzichtloze lijden, is door in het geheim en in eenzaamheid een einde aan zijn leven te maken. Tarlow vindt dat onmenselijk en ze pleit dan ook voor betere euthanasiewetten. Het beklemt haar als ze bedenkt hoe Mark zijn laatste uren moet hebben doorgemaakt. Niet voor niets denkt ze als ze hem dood aantreft: ‘Ach, Mark. Ach, lieverd.’
Pas als ze haar man levenloos voor zich vindt is haar zachtheid weer terug, fileert Tarlow zichzelf. De jaren van mantelzorg hebben een grote wissel op haar leven getrokken en daarvoor was hun relatie ook al niet in beste staat. Tarlows dochter reageert verbijsterd als haar moeder haar vertelt dat ze toch nog met Mark gaat trouwen: waarom op het dieptepunt van hun relatie? Voor de administratie, is het antwoord. Wanneer haar man dood is toont Tarlow veel berouw over hoe ze zich tegen Mark gedragen heeft:
Ik weet dat ik me meer had kunnen inspannen, meer had kunnen doen. Het was gewoon allemaal te moeilijk en te vermoeiend. Ik wist hoezeer hij leed, en dat zijn leven weinig meer voorstelde. Ik had uitsluitend mededogen met hem horen te voelen, maar toch zwolg ik in zelfmedelijden en liet de verbittering toenemen.
En even verderop:
Ik zou willen dat ik meer geduld met Mark had gehad. Ik verloor niet vaak mijn geduld in zijn bijzijn, maar dat gebeurde wel vier of vijf keer in die laatste maanden; dat deed ik met opzet om hem te laten zien hoe gestrest ik was. Ik wilde dat hij het zou weten. Zie je het nu? Zie je hoe ik lijd door jouw toedoen?
Tarlow verbaast zich over het beeld dat er heerst dat mantelzorgers alles maar uit liefdadigheid doen. Dat deed ze vaak helemaal niet: de liefde voor haar partner woog niet op tegen de last die zijn verzorging was. Maar ze moest wel. Wanneer hij in het ziekenhuis wordt opgenomen is Tarlow opgelucht, maar Mark kiest ervoor om het zo snel mogelijk weer te verlaten: hij wil thuis zijn.
In De archeologie van het verlies laat Sarah Tarlow rouw in al zijn aspecten zien. Ze maakt haar rol als belangrijkste nabestaande niet mooier dan hij was, maar ook niet slechter. Een heel menselijk rouwverslag, dat je vanwege de vele herhaling van gevoelens en gedachten het beste langzaam kan lezen.
Martijn van Bruggen
Sarah Tarlow – De archeologie van het verlies. Over rouw. Vertaald door Anneke Bok. Van Oorschot, Amsterdam. 336 blz. € 25,00.