De colonne verlaten

In 2003 zat er een leerlinge in mijn lessen Latijn die oog had voor de kleding die ik droeg en die me bevroeg over de herkomst. Vijf jaar geleden zag ik op Instagram dat ze nu zelf kleding aan het maken is (onder de naam by.loja) en kocht ik een kimono van een stuk tweedehands tie-dyestof dat ze in Estland op de kop had getikt. Het naaien doet Anna Lillioja naast haar werkzaamheden als freelancejournalist van essays, reportages en reisverhalen. In de voorbije jaren schreef ze voor Nu.nl, de Volkskrant, Vrij Nederland, National Geograpic Traveler, De Speld, De Pin. En nu heeft ze haar eerste boek geschreven: Waarom werken we?

Met een frisse, antropologische blik neemt Lillioja ons mee op een zoektocht naar de betekenis van werk. In acht hoofdstukken komen we terecht op onverwachte plekken ‘die ogenschijnlijk niet zoveel met werk te maken hebben’. In het eerste hoofdstuk onderzoekt Lillioja het vraagstuk van carrièreambities en zingeving. Dat doet ze heel eigenzinnig door in gesprek te gaan met een psychoanalyticus over de betekenis van dromen. Ze is benieuwd wat dromen zeggen over hoe we tegen ons dagelijkse werk aankijken.

Psychoanalyticus Arthur Eaton legt verbanden tussen wat we ’s nachts dromen en hoe we overdag tegen werk aankijken: ‘Ons hele leven hangt samen met verhalen. Dagdromen, maar ook carrièredromen zijn verhalen die we onszelf bewust vertellen. Nachtelijke dromen zijn verhalen die we onszelf onbewust vertellen.’ Hoe we tegen werk aankijken, is volgens Eaton ‘voor veel mensen vandaag de dag het primaire zingevende verhaal’. Als je dit hoofdstuk uit hebt, hoop je op een nacht vol ongrijpbare dromen, om de volgende ochtend te kunnen reflecteren op de vraag wat voor wezenlijks jij laat ondersneeuwen in je doelgerichte, werkende bestaan.

Ook in de volgende zeven hoofdstukken bezien we het concept werk en ons intrinsieke verlangen om ergens aan bij te dragen vanuit verrassende invalshoeken. We lopen mee met een boswachter en een barefootwalker op paden die je zelf niet zo snel zou kiezen. Vanuit een ruimere blik beschouw je hoe juist een disbalans mensen laat gedijen, omdat die zorgt voor de broodnodige dynamiek en bezie je welke rol schoeisel speelt bij het onszelf voorbij lopen.

In het hoofdstuk met de titel ‘Wat ik over werk leerde achter mijn naaimachine’ overdenkt Lillioja de vraag wat werkkleding kan zeggen over de betekenis van werk. Net als in de andere hoofdstukken vervlecht Lillioja gesprekken met bevlogen personen en onderzoeksgegevens vanuit diverse disciplines (psychologie, economie, sociologie, filosofie, evolutiebiologie) naadloos aan elkaar. In je hoofd gaan steeds meer luikjes openstaan en met een verruimde blik verblijf je met Lillioja bij de zelfhulpkassa, in het wild, in de bajes en in het klooster.

Het laatste hoofdstuk vertrekt vanuit een ervaring die Lillioja had bij de kunstinstallatie This body that once was you van kunstenaars Babs Bakels en Vibeke Mascini. Dit kunstwerk laat je via een koptelefoon luisteren naar een meditatie van zo’n 25 minuten, gebaseerd op de boeddhistische The nine cemetery contemplations. In je gedachten volg je het uiteenvallen van het dode lichaam in negen stadia, tot het moment dat je botten in stof opgaan en volledig oplossen in hun omgeving. Het kunstwerk bevraagt of de confrontatie met onze eigen sterfelijkheid ons anders doet kijken naar het leven. Lillioja spitst die vraag toe op ons dagelijkse, werkende leven en beschouwt in haar  prettig meanderende stuk onder andere de houding van generatie Z ten opzichte van werk.

Waarom werken we is het ideale boek voor de komende zomerweken. Al luierend en lummelend kun je dankzij Lillioja nog beter afstand nemen van je werk. Je zoomt uit en beschouwt je eigen drijfveren, (onvervulde) verlangens en automatismen. Het vergaat je al lezend zoals de mier op de treffende cover: jij bent die ene mier die contemplerend gaat rondscharrelen en die de colonne (even?) verlaat.

Miriam Piters

Anna Lillioja – Waarom werken we? Hollands Diep, Amsterdam. 204 blz. € 21,99.