Dwaze antropomorfe bijen

Het omslag van De bijendans, de nieuwe bundel van Paul Demets, is blauw, we zien de lucht en wat wolken. Des te nadrukkelijker dringt de haast agressief witte strook aan de achterkant zich op: een beetje als de doodswaarschuwing op een pakje sigaretten. ‘We leven in een verwarrende tijd’ begint de tekst met dikke hoofdletters. Gevolgd door een alarmerende overweging waarin alt-right en gesmoord links een impasse veroorzaken, terwijl de ene ramp na de andere over de aarde trekt. Het klimaat. De afbladderende privacy.

En dat achterop een bundel die gonst van het bijenleven. In zes afdelingen, die in hun titels allemaal geënt zijn op de wereld van bijen, vertelt een jonge dar over zijn leven. Maar zo antropomorf als dit insect kom je ze niet vaak tegen. Het dier staat met alle zes zijn poten stevig in onze maatschappij, observeert en signaleert herkenbare maar zorgelijke ontwikkelingen en laat de gedachten daarover aan de lezer. Uit de tweede afdeling ‘Bijenbrood’ (met als motto de treffende uitspraak van Peter Sloterdijk ‘De mens is het dier dat je zijn positie moet uitleggen’):

We hebben de wind in de rug en trekken met de karavaan
door de straten. Het confettikanon wordt gevoederd.

En ja transit en ja een centrum in brand. Maar zijn we
onze broeders hoeder? Verrast onze geur, onze kleur?

Leve Prins Carnaval die durft te zeggen wat we denken.
De dansmariekes wervelen en draaien voor jullie ogen

een rad. Pinten en polonaise. Ge ziet er goed uit, zegt een man
in sanseveria. Wanneer bladdert de verf? We hoeven
onze maskers niet af te nemen. Geloof ons: er wordt

transparant gehandeld. Niemand is onze vijand.
Maar niemand die dat ziet. We weten van niets
en zelfs dat niet. We houden de vingertoppen
van onze rechterhand tegen onze linkerslaap.

En groeten.
En groeten.

De aarde wordt bevolkt door mensen (of bijen) die allemaal in hun eigen bubbel zitten en die stuk voor stuk geloven dat hun bubbel de wereld is, dat er geen andere werkelijkheden bestaan. Want waarom zouden mensen in het zicht van de ondergang zich anders nog druk maken over futiliteiten als:

Iemand heeft net ontdekt dat de feta
in de quinoasalade niet vegan is. Niemand kan hier
op een bakfiets vluchten en aarden en zoeken
naar zijn echte ik. Dit is een feest dat op scherp stelt.
Dit is een feest van ongezien geweld.

Uiteindelijk is ieders lot wel bezegeld. Als iedereen geestelijk leeggegeten is, biedt het leven nog maar een mogelijkheid. Eenieder moet zich laven aan de opgedrongen ideeën van het gesundes Volksempfinden, of zoals een van de gedichten het formuleert: ‘We moeten onze gewoontes afleren en ons / de principes eigen maken. We moeten onszelf / hier achterlaten en denken in oranje oranje. // We gaan wild tekeer tegen elkaars ideeën / en houden elkaar in het oog, omdat hij met ons is.’ Maar aan het eind blijven de bijen verloren en alleen achter, want ‘Hij / wijst nooit de weg.’ Het (nood)lot komt wonderschoon terug, als tegen het eind een gedicht ruimhartig verwijst naar ‘Het lied der dwaze bijen’ van M. Nijhoff. We kunnen blijkbaar vaststellen dat de bijen van deze wereld sinds de jaren dertig van de vorige eeuw nog bar weinig bijgeleerd hebben.

Een geur van radeloze darren. Met jullie tongen
willen jullie bij de nectar komen. De bloemen
verliezen moedermelk, verwelken. Een geur
van radeloze darren blijft hangen rond de kelken.

De zon verschroeit. We dansen niet meer loodrecht
naar boven, bewegen als in een acht op de raten.
Alleen binnen kunnen we nog leven, omzoemd.
We zoeken het niet hoger, maar hier: een wereld.

We kunnen niet anders dan onze hartstocht onderbreken.
De zon verschroeit. We hebben rondgezworven.
Wij zijn de hongerzwerm, voeden jullie
met wat ons rest. We zoeken nieuwe korven.

Ook Rudy Kousbroek ontleende de titel van zijn boekje Hoger honing (1997) aan het gedicht van Nijhoff en nam daarin ook stelling tegen het najagen van valse ideeën en het napraten van valse profeten. Bij Kousbroek ging het nog voornamelijk over de aanbidding van religieuze leegheid. De bijen van Demets lijken eerder een oorlogsdans uit te voeren tegen gevaarlijk nihilisme en populisme. Dat kan een risicovolle afslag zijn in de dichtkunst. Maar juist door de doorgevoerde bijenmetafoor is de bundel niet storend programmatisch geworden en laat intussen een welluidende poëticale stem horen.

Jan de Jong

Paul Demets – De bijendans. De Bezige Bij, Amsterdam. 80 blz. € 21,99.