Kernjurylid

Op zaterdag 1 september vertrok ik al vroeg met de trein naar Manuscripta: de opening van het letterkundige seizoen in de Westergasfabriek te Amsterdam. Ik had mij namelijk opgegeven om plaats te nemen in de kernjury van de NS Publieksprijs 2012 en ik was gelukkig door de ballotage gekomen. Mijn droom is om ooit zitting te mogen nemen in de jury van de AKO Literatuurprijs of de Libris Literatuur Prijs, dus wie weet was dit een goed begin.

Aangekomen in Amsterdam werden alle kernjuryleden geïnstalleerd als jurylid. We mochten een geel-blauwe paardrijrozet opspelden, leuk in de kleuren van de NS, en moesten met onze hand op ons lezershart zweren: ‘Tsjoekesjoeke, ik zal lezen alle boeken.’ Ik keek ietwat verbijsterd om me heen. Heel serieus klonk dit allemaal niet, maar goed de boeken moesten nog komen.

Een voor één werden de genomineerden bekend gemaakt. Het hoe, wat en waarom van de nominatie werd niet duidelijk, maar wel waren sommige schrijvers of anders een afgevaardigde, aanwezig. De genomineerden: Tegenlicht van Esther Verhoef, Tonio van A.F.Th van der Heijden, De Lance factor van Mart Smeets, In mijn dromen van Simone van der Vlugt, Noorderlicht van Suzanne Vermeer en En dan nog iets van Paulien Cornelisse.

Tegenlicht van Verhoef had ik al gelezen en besproken voor Tzum.info. Niet een boek waar ik echt weg van was. De schrijfster laat niets over aan de verbeelding van de lezer. Iedere gedachte wordt van alle kanten belicht en ondertussen loopt de hoofdpersoon nou niet bepaald over van enige vorm van zelfreflectie. Tonio had ik ook al gelezen. Een magistrale roman van de hand van Van der Heijden die schrijnt, schuurt en wringt en die daarnaast een indringende inkijk geeft in het schrijverschap van Van der Heijden. Een boek dat je nooit meer vergeet en dat je onder de huid gaat zitten. Two down, four to go dus. En zes weken de tijd.

Eerst Noorderlicht van Suzanne Vermeer, een pseudoniem van de overleden schrijver Paul Goeken. Zelden heb ik me zo verbaasd over zo’n totaal doorzichtig plot. Het is toch een thriller? Dan is het toch niet de bedoeling dat je van te voren al weet met welk moordwapen de moord zal plaatsvinden? En al helemaal niet dat de dader het bos in rent na een erg vlotte ontmaskering om dan vervolgens ook al meteen het loodje te leggen?

In mijn dromen van Van der Vlugt las wat dat betreft veel vlotter en ik werd zelfs even op het verkeerde been gezet. De personages in dit boek blijven ook wat van bordkarton, maar het boek zat zeker vernuftiger in elkaar dan dat van Vermeer.

De Lance-factor van Smeets kostte me misschien wel het meeste tijd, niet dat het niet interessant was, want als wielerfan was ik best nieuwsgierig naar deze feitjes, maar de stijl van het boek, met talloze herhalingen, ging me op den duur behoorlijk tegen staan. Meerdere malen dacht ik: ‘Maar dat heb ik toch al gelezen?’ Ondertussen blijkt dat Armstrong ons zeer hoogstwaarschijnlijk allemaal toch een rad voor de ogen heeft gedraaid. Inhoudelijk kunnen we dit boek dus linea recta naar het rijk der fabelen verwijzen.

Het laatste werkje dat ik nog moest lezen om mijn taak als kernjurylid te volbrengen was het doorlezen (of is het meer doorbladeren?) van En dan nog iets van Paulien Cornelisse. Een vervolg op de megaseller Taal is zeg maar echt mijn ding. Ook dit boekje blijkt uitermate geschikt als voer voor de dagopeningen die ik tijdens mijn werk moet houden. Paar minuten over? Stukje van Cornelisse voorlezen en daarna vliegen de tweets om mijn oren van leerlingen die ook dat soort dingen hebben opgemerkt in de taal. Dat ik nu nog niet weet waarom we Dr. Oetker opeens zo raar uitspreken vind ik trouwens wel jammer, dat de uitspraak veranderd was, had ik zelf namelijk ook wel opgemerkt.

En zo heb ik afgelopen donderdag, de sluitingsdag voor de kernjuryleden, gestemd op het boek waarvan ik bij de bekendmaking van de boeken al voor 99,99999999 % zeker wist dat ik daar op zou gaan stemmen: Tonio. Ik heb alle andere boeken echt een eerlijke kans gegeven, want ik had immers op mijn lezershart gezworen ‘Ik zal lezen alle boeken.’ Dat laatste is gelukt, maar over de literaire kwaliteit van de geselecteerde boeken zou ik graag nog eens met iemand die de boeken nomineert van gedachten wisselen.

Cilla Geurtsen