Beste collega’s van de ‘schrijverscommissie’,

Ik wil allerminst een matennaaier zijn, maar het moet mij wel van het hart dat bovenstaande brief uitermate gammel van opzet is en hier en daar in erbarmelijk Nederlands is gesteld. Leest u even mee?

In de eerste alinea kunnen de woorden ‘enerzijds’ en ‘anderzijds’ vervallen, evenals iets verderop het woord ‘wederzijds’, want dat Mizzi en het VBK-concern als partijen tegenover elkaar staan is genoegzaam duidelijk. Ook het woordje ‘zeer’ is overbodig.

In de tweede alinea kan het woord ‘plannen’ vervallen, want zoals uit de eerste alinea al blijkt gaat het alleen om de voorwaarden waarop tot zaken kan worden gekomen.

In de derde alinea heeft het woord ‘concreet’ geen enkele functie, want hoe zou men niet-concreet iets kunnen afspreken? En de passages ‘naar verwachting’ en ‘denken te kunnen’ leveren een pleonasme op. Het woord ‘vervolgens’ is overtollig.

In de vierde alinea vormen ’tot de conclusie komen’ en ‘naar verwachting’ opnieuw een pleonasme. En ‘de rol voor de schrijverscommissie’ moet zijn ‘de rol van de schrijverscommissie’. Ik vind ‘in de nabije en verdere toekomst’ een lelijke formulering, het enkele woordje ‘verder’ zou beter voldoen. En u grossiert werkelijk in pleonasmen, want ‘iedere schrijver individueel’ is er weer een.

‘Voor het moment wachten wij dus af wat de afgesproken datum van 1 november ons voor bericht gaat brengen.’ Allemachtig, wat een omhaal van woorden! Waarom niet eenvoudig: ‘Wij wachten de uitkomst van 1 november met spanning af.’

Met collegiale groet,

Lodewijk Wiener