Stoere mannen macho

Schrijver Ernest Hemingway (1899-1961) was het toonbeeld van de stoere man. Hij was succesvol in alles, bewierookt en aanbeden, en – vast daarom – behept met een behoorlijke dosis weerbarstigheid, die werd versterkt door zijn drankzucht. Een prima personage voor een stripbewerking, moet de Nederlandse graphic novelist Dirk-Jan Hoek hebben gedacht. In De Hemingway Triatlon, dat onlangs verscheen, beschrijft hij een fase uit het leven van de Nobelprijswinnaar, waarin het allemaal niet meer op rolletjes loopt en de neergang lijkt ingezet.

Het is 1956 en Hemingway zit op Cuba zijn tijd te verdoen. Hij kampt met een gigantisch writer’s block, wat mooi in beeld wordt gebracht door Hoek. In rustige en ruim opgezette, zwart witte pagina’s zet hij de sleur uiteen. De schrijver staart, zucht, is snel afgeleid en vindt het al te snel mooi geweest. Dan volgt het eerste glas en de rest van de dag is hij niet te genieten.

Zijn laatste roman, Across the River and into the Trees uit 1950, kreeg slechte kritieken (‘een potsierlijk wangedrocht’) en in de nasleep van die deceptie verspeelt Hemingway veel krediet: hij vertoont zich minder in het openbaar en is onberekenbaar en humeurig. In een treffende scène beschrijft Hoek een ontmoeting tussen Hemingway en zijn uitgever, Charles Scribner. ‘Als je erop staat, dan geven we het uit. Het blijft een Hemingway, verkopen zal het wel,’ meldt de uitgever droogjes, om er zonder omhaal aan toe te voegen dat de schrijver zich beter alvast voorbereidt op de stevige mening van de critici. Over vertrouwen gesproken.

Terwijl Hemingway daarna zijn agressie tempert met veel sterke drank, ontmoet hij de eigenaardige George Adams, een dwingende charlatan die de schrijver goede recensies belooft. Hij hoeft zich hoegenaamd geen zorgen te maken over zijn nieuwe roman, deze Adams zal het wel regelen. Zomaar? Niet helemaal, Adams wil zijn levensverhaal uitgeven en Hemingway moet het schrijven.

Wat volgt is een vrij lange ontwikkeling tussen de twee: Hemingway vertrouwt Adams niet, dan laat hij hem weer toe, toch niet, et cetera. De wispelturigheid van Hemingway en het vreemde gedrag van Adams komt het verhaal na hun ontmoeting niet bepaald ten goede: het is op z’n best een paringsdans van twee vreemde vogels, die elkaars bedoelingen misverstaan.

Hoek beeldt Hemingway uit als een tragische figuur: een krachteloze, impotente macho met een drankprobleem, die zijn gevoel voor decorum langzaam maar zeker verliest. Zijn openbare dronkenschap heeft iets betreurenswaardigs (‘Wat een rare man! Hij lijkt op Ernest Hemingway!’) behalve als hij zich met zijn vrienden waagt aan de traditionele Hemingway Triatlon: jagen, zuipen en neuken. Dan manifesteert hij zich als de mannetjesputter van weleer, al is hij zijn jagersinstinct kwijt en weet hij zich geen raad met de dame van plezier met wie hij voor de vorm naar bed gaat. De impotentie van Hemingway wordt kolderiek uitgewerkt in het album: een beteuterde Hemingway voelt zuchtend in zijn broek en de bedscène tijdens de triatlon wordt luidruchtig gefaket.

De Hemingway Triatlon leest vlot. Hoek kan echt vertellen, schrijft invoelende dialogen en houdt de lezer goed vast. Het zorgt ervoor dat er niet veel tijd is om je te verwonderen over de soms vreemde perspectieven, houdingen en gezichtsuitdrukkingen. Waar Hoeks tekeningen aanvankelijk nog lijken op het werk van James Sturm (Golem’s Mighty Swing en America), met dezelfde trefzekere en spaarzame penvoering, en Erik Varekamps klare lijn, veranderen ze langzaam in de streperige en schetsmatige aanpak van Phillipe Dupuy (Haunted en Get a life). Zou hij die zoekende stijl verpakken in de vertelling zelf, bijvoorbeeld als onderscheid tussen vertelheden en flashback, dan had het beslist een mooie uitwerking op het geheel gehad.

Als Hemingway uiteindelijk opkrabbelt en weer aan het schrijven gaat, geïnspireerd door zijn oude dagboeken die hij terugvindt, schrijft hij A moveable feast over zijn jonge jaren in Parijs. Het boek verschijnt postuum en krijgt lovende kritieken. Daar eindigt het album. De lezer die het vervolgens dichtslaat, leest een treffende citaat van Hemingway op het voorplat: ‘De mens is niet gemaakt voor de nederlaag. Je kunt iemand kapotmaken, maar niet verslaan.’

Stefan Nieuwenhuis

Dirk-Jan Hoek – De Hemingway Triatlon. Sherpa. 160 pagina’s, hardcover. € 19,95.