And up I goes like a sky-rocket!

Kijk, dat is nog eens een handige insteek, een tijdschrift in de geest van Lewis Carroll, waar je dus alle kanten mee uit kunt en als je goede zin hebt de hele boel bij elkaar kunt fabuleren en mystificeren, geheel in de geest van Lewis Carroll, over wie de wildste geruchten de ronde doen, waarover een andere keer graag meer. Dit is alweer de tweede editie van dodo/nododo, de eerste had ik door omstandigheden gemist, tijdgebrek voornamelijk en druk met andere dingen, het team draaide niet lekker meer waardoor de productie in de knel kwam, ik zal niemand met de details vermoeien, maar we hebben mensen van buiten erbij moeten halen om de boel weer op de rit te krijgen en dat lijkt aardig gelukt.

Dit nummer doet net alsof het een catalogus is van een expositie met als titel ‘af/of’, op een landgoed dat Oosterhouw zou heten (de naam is uitstekend gevonden, hij verwijst subtiel naar Carroll, maar ook weer niet al te nadrukkelijk, zodat de lezer zomaar het idee zou kunnen krijgen dat het ook daadwerkelijk bestaat; Carroll vierde immers van 1877 tot 1896 zijn zomervakanties in het Britse Eastbourne, waar hij tussen haar vijftiende en negentiende bezoek kreeg van Isa Bowman, die zich later presenteerde als de echte Alice – tegenwoordig is 97% van de geleerden het er over eens dat niet zij, maar Alice Pleasance Liddel die eer toekomt, dus wie het weet mag het zeggen en het enige wat we zeker weten is dat niets zeker is. Zo valt telkens opnieuw alles weer op zijn plaats – of niet.) Op dat Oosterhouw zou een dichter hebben gewoond met de zeer doorzichtige naam C.O. Jellema.

Het verhaal is nu dat ene ingenieur Hans Bauer (!) het Lewis Carroll Genootschap een collectie aanbood die bij hem thuis in een vervallen boerderij was opgeslagen en bestond uit van alles en nog wat, verzameld door iemand die zich Pleasance noemde en verder in raadselen gehuld blijft. Bauer ontving met enige regelmaat ook ansichtkaarten van Pleasance, die waren gericht aan ene Jack (‘Last came a little feeble, squeaking voice, (“That’s Bill,” thought Alice,) ‘Well, I hardly know—No more, thank ye; I’m better now—but I’m a deal too flustered to tell you—all I know is, something comes at me like a Jack-in-the-box, and up I goes like a sky-rocket!’), een aantal daarvan is afgebeeld.

De verzameling is een eigenlijk geen verzameling, die kenmerken zich – postzegels, sigarenbandjes, modellen van racewagens, boeken over vuurtorens, sneeuwglobes, keukengereedschap, petten, schoenen – door een rode draad die alles bij elkaar houdt. Dit is juist van alles en nog wat, zeer losjes bij elkaar gehouden door aanzetten tot thema’s, van banale gebruiksvoorwerpen tot pogingen tot kunst en betekenis, zoals bekend ons aller vijand, waarbij de patroonzoekende geest duchtig in toom moet worden gehouden. Een rariteitenkabinet, inderdaad, een parallelle wereld als u wilt, waar niets is wat het lijkt, wat op zich ook weer een verbindend element is, of niet.

Enno de Witt

Jur Koksma & Joep Stapel (redactie) – dodo/nododo | tijdschrift in de geest van Lewis Carroll #2: af/of. Lewis Carroll Genootschap, Utrecht. 148 blz. € 18,65. Het blad is hier verkrijgbaar.