Op zoek naar de griffioen

Het nepnieuws heeft het Romeinse leger bereikt en wel in de persoon van Nepnius die als als groen uitgeslagen soldaat allerlei complottheorieën verspreidt onder zijn medesoldaten. Scenarist Jean-Yves Ferri en tekenaar Didier Conrad hebben al enkele albums nieuw leven gepompt in de fantastische stripreeks Asterix die sinds Albert Uderzo er alleen voorstond een bedenkelijk niveau behaalden, maar nu weer op het niveau van de begintijd komen. Deze keer heeft Julius Caesar zijn zinnen gezet op een griffioen en geograaf Ondecjeplecjus (in wie we de schrijver Michel Houellebecq herkennen) weet waar die te vinden is: bij de Sarmaten.

In deze aflevering van Asterix trekken we verder naar het oosten, een gebied dat nog onbekend terrein is voor Ondecjeplecjus en de Romeinen. Met een gevangen genomen Sarmatische amazone als onderpand, een blonde schone die luistert naar de lieflijke naam Kalasjnikovna, trekt een Romeinse legermacht naar het ijskoude gebied om daar de griffioen te halen. Voor de Sarmaten is de Griffioen een heilig beest en de sjamaan Kankalopdine (Kan ik al opdienen) heeft de hulp ingeroepen van de Gallische vrienden. Asterix, Obelix en Panoramix. Idefix is ook mee, maar die heeft het hele album door de kolder in de kop vanwege zijn ontmoeting met wolven.

Als volwassene lees je Asterix niet voor het verhaal waarvan bij voorbaat de afloop vaststaat. Het gaat om de min of meer subtiele grappen die gemaakt worden. Niet alleen het nepnieuws komt langs, ook een kleine verwijzing naar de coronapandemie kun je terug vinden als in een gevecht ‘Houd afstand!’ wordt geroepen en ‘Leef de afstandsregels na!’ Dat de vrouwen bij de Sarmaten het gevecht aangaan en de mannen thuisblijven, is al een enorme emancipatoire stap voorwaarts in de strip, al blijven Asterix en Obelix natuurlijk wel het voortouw nemen in de gevechten met de Romeinen. De altijd terugkerende piraten hebben deze keer bijzonder weinig te doen in hun running gag. Tussen de luierende piraten ontdekken we de zanger Charles Aznavour, maar belangrijker: de karikaturale, zwarte piraat (dikke lippen, gouden oorring, spraakgebrek) ontbreekt helemaal.

Als je een klein minpuntje mag noemen dan zijn het de scènes die in de mist of de sneeuw spelen. Conrad laat zelfs één strook helemaal wit. Het ziet er altijd uit als een zwaktebod (net als scènes in het donker). Het zal voor een tekenaar wel opschieten, maar juist een liefhebber van Asterix houdt van de details in de tekeningen en juist Conrad maakt fantastische platen. Hij neemt op één bladzijde verschillende perspectieven in en geeft door overzichtstekeningen en close-up een enorme dynamiek te creëren en als hij dat niet doet dan is dat gewoon jammer.

Op het allerlaatste plaatje, als de Galliërs weer terug zijn in hun dorp, het avontuur voorbij is en de bard in de boom hangt, zien we rechtsonder in beeld een uiltje met een knapzak het beeld uitlopen. Een kleine hommage aan Uderzo die in 2020 op 92-jarige leeftijd overleed. Hij wist dat hij zijn strip in goede handen had achtergelaten.

Coen Peppelenbos

Didier Conrad en Jean-Yves Ferri – Asterix en de griffioen. Vertaald door Margreet van Muijlwijk. Les éditions Albert René. 48 blz. € 6,95.