Het eerste boek van Splinter Chabot, Confettiregen, kon rekenen op vrij veel bijval, meer vanwege het thema dan de literaire uitwerking ervan. Ook op scholen sloeg het boek erg aan. als de Hemel genoeg ruimte heeft, de tweede roman van Chabot, krijgt minder goede reacties. In de zaterdagse rubriek ‘Iedereen leest’ (nu al online) van NRC Handelsblad fileert Thomas de Veen de bij uitgeverij Podium uitgekomen roman:

Chabot schiep zijn eigen fantasiewereld en schijnbaar alle vondsten en associaties die daarbij in hem opkwamen, schreef hij neer. Alles straalt eigenzinnigheid en gewichtigheid uit, tot de titel als de Hemel genoeg ruimte heeft aan toe.
Het is veel én verwarrend, omdat Chabot niet erg zorgvuldig schrijft.

‘Je hoofd knettert kapot’ schrijft De Veen die concludeert:

De stijl was in Confettiregen overkomelijk, het nieuwe boek is er nagenoeg onleesbaar door.

Maarten Steenmeijer had vorige week in de Volkskrant ook maar twee sterren over voor de roman. Ook hij valt over het taalgebruik, onder meer de beeldspraak:

Je snakt op een gegeven moment naar passages zónder vergelijkingen en metaforen, des te meer omdat ze niet altijd kloppen (‘de opnieuw Mozesachtig uitwijkende menigte’) of niet overtuigen (‘Zijn huid zat losjes om zijn lijf. Als verf in een oud huis die langzaam de muren verlaat.’).

Ook in de lokale krant Het Parool wordt de roman gekraakt. Dries Muus heeft het over ‘wagonladingen’ vol missers.

In zijn betere, originelere zinnen bewijst Chabot dat hij het kan, fictie schrijven. Kon hij maar half zo goed schrappen.

Ook de Lezer des Vaderlands was onlangs verre van positief.

(foto © Dolf Verlinden)