Met stijgende verbazing las ik pas enkele dagen geleden de recensie van het door mij vertaalde Schimmen van Fatma Aydemir. Het boek beviel de recensent Ralph Aarnout maar matig en bovendien maakt Aarnout, overigens zelf ook vertaler, in zijn laatste alinea mijn vertaling ook nog eens met de grond gelijk.

Het is natuurlijk Aarnouts goede recht om een boek niet goed te vinden, maar hij laat de kern van het boek onbesproken en brengt de lezers daarmee wat mij betreft op een dwaalspoor. Hij prijst eerst de opzet ervan, vergelijkt het zelfs met De correcties van Jonathan Franzen, maar schrijft vervolgens dat de auteur zich aan de problematiek vertilt. Hij vindt de dialogen simplistisch en de psychologie van de personages niet uitstijgen boven die van een B-film.

Fatma Aydemir, een activistische journaliste, debuteerde in 2017 met Ellebogen, dat ik ook vertaalde (zie voor een lofzang op het boek én de vertaling Oden van David van Reybrouck). Ik citeer de achterflap van die vertaling: ‘Ellebogen is een urgent, gewaagd en onverzoenlijk verhaal over de woede van een migrantendochter in een Europa waar ze zich nooit helemaal thuis voelde.’ Dat geldt ook voor Schimmen – zelfs in verhevigde mate.  Alle personages in het boek blijven schimmen. Ze leven in Duitsland: ‘dat kille harteloze land’ (dat evengoed Nederland zou kunnen zijn). Het zijn Koerden maar weten dat niet of hebben geprobeerd dat te verdringen. Ze zijn statenloos, ontworteld, nergens thuis. De stem waarmee Hüseyin, de stamvader in de eerste zin van het boek wordt aangesproken (‘Hüseyin… Weet je wie je bent, Hüseyin (…)?’ blijkt al snel geen traditionele ‘vertelstem’, maar een van de schimmen uit de titel – die later zelfs uitgroeit tot één van de personages (een van de geheimen van het boek die ik hier evenmin als Aarnout zal verklappen.)

Fatma Aydemir heeft helemaal geen fraaie familiegeschiedenis met geloofwaardig ‘ronde’ personages willen schrijven. Haar personages zijn getraumatiseerd, machteloos, vervolgd, niet gezien. Wie Schimmen zó leest, leest een heel ander boek dan Aarnout deed – en vertaalt het ook anders.

Wat Schimmen ook niet mee heeft, het is pijnlijk maar mag niet onvermeld blijven, is de kwaliteit van de vertaling. Meteen op de eerste pagina gaat Marcel Misset al een paar keer ernstig de mist in (‘Zwiespalt’ is geen ‘conflict’ en ‘von allen vorhandenen Zulagen in der Metallfabrik zu profitieren versuchen’ is heel iets anders dan ‘gebruik maken van alle beschikbare mogelijkheden die de fabriek bood’ om de ernstigste te noemen). En wie de vertaling en het origineel hier en daar met elkaar vergelijkt, blijft zich verbazen over de pijnlijke leesfouten, de vervlakkingen en de slordigheden. Grootse literatuur is het niet, wat Aydemir in Schimmen ten beste geeft, maar haar vertaler heeft haar ook bepaald geen dienst bewezen.

Wat betreft de aangehaalde voorbeelden: Duden, de Duitse Van Dale, geeft bij ‘Zwiespalt’: (a) inneres Uneinssein; Unfähigkeit, sich für eine von zwei Möglichkeiten zu entschließen, ihr den Vorrang zu geben – en (b) ‘Uneinigkeit’. Daaronder vermeldt Duden ‘conflict’ als synoniem. Verscheurdheid, (innerlijke) tweestrijd komt daar misschien het dichtst bij: Het gaat hier over de ’trials and tribulations’ van de nog maar drie regels eerder geïntroduceerde hoofdpersoon, Hüseyin, een Turkse gastarbeider in Duitsland, die na een (te kort) leven ploeteren en zwoegen, van zijn zuurverdiende centen een appartement in Istanbul heeft gekocht. Hij kijkt vanaf zijn balkon over Istanbul uit. Fatma Aydemir schrijft: ‘Vielleicht, denkst du, vielleicht war jede Hürde und jeder Zwiespalt in diesem Leben nur dazu da, um irgendwann hier oben zu stehen und zu wissen: Ich habe mir das verdient. Mit dem schweiß meiner Stirn.’

Ik vertaal: ‘Misschien, denk je, misschien was elke horde, elk conflict in je leven er alleen maar om op een goede dag hierboven te staan en te weten: dit heb ik verdiend. Met het zweet op mijn voorhoofd.’ Nee – niet: ‘in het zweet mijn aanschijns.’ Te gedragen. Te christelijk. Hüseyin is moslim! Je vertaling zo onopgesmukt mogelijk houden! Conflict is hier goed en net als ‘jeder Zwiespalt’ neutraal: in de rest van het boek ontvouwen ‘jeder Hürde und jeder Zwiespalt’ zich – tot een tragedie.

Volgende verwijt:

‘von allen vorhandenen Zulagen in der Metallfabrik zu profitieren versuchen’ is heel iets anders dan ‘gebruik maken van alle beschikbare mogelijkheden die de fabriek bood’ om de ernstigste te noemen.

Ja, daar staat iets anders. Niet ‘heel iets anders’, zelfs niet ‘iets heel anders’, maar hetzelfde, met andere woorden. Een vertaler – anders dan een recensent – ziet meteen dat een ‘getrouwere’ vertaling problematisch wordt. Omdat een vertaler iemand is die ’telkens weer opzoekt wat hij al weet’ (van wie is die prachtige uitspraak eigenlijk?), zoeken we eerst ‘Zulagen’ nog eens op: Bonussen, toelage, emolumenten. Verwezen wordt hier in de tekst naar overwerk, (iets) beter betaalde diensten: ’s nachts en in het weekeind. Hüseyin deed ze allemaal: hij leefde zijn leven ‘in drie diensten’ – maar dat staat er al, in de zin ervóór.

Het grootste probleem van die zin is natuurlijk dat ‘profitieren’ – synoniem aan het Nederlandse ‘profiteren’ dat in combinatie met ‘gastarbeider’ (een aanduiding die in de hele tekst nergens wordt gebezigd) uiteraard uit den boze is. Ik hoop dat ik hier niet hoef uit te leggen waarom niet. In beide aangehaalde gevallen was er dus wel degelijk sprake van een bewuste vertaalbeslissing.

Peinzend over Ralph Aarnout en zijn scherpe veroordeling (wie is die man? Wat doet hij?) googelend dus ook maar, vond ik een stuk van zijn hand over verschillende vertalingen (Duits, Engels, Nederlands) van de Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal. Een sympathiek stuk over vertalingen uit een taal die hij (evenmin als ik) beheerst. Als Aarnouts artikel één ding duidelijk maakt, is het a: hoeveel vertaalmogelijkheden er zijn, en b: hoeveel invloed de leeshouding van een lezer of lezeres heeft op wat hij ziet.

Jammer, al met al. Een klap in het gezicht van de schrijfster, van de Nederlandse uitgeverij die zo’n extreem boek aandurft, van de andere betrokkenen, van de redacteur tot en met de persklaarmaker – en van de vertaler, wiens reputatie ermee wordt geschaad. En dat in een tijd waarin, zoals een (andere) uitgever mij onlangs schetste, er per week meer dan tweehonderd nieuwe titels aan de boekhandel worden aangeboden. Eeuwig zonde.

Waarmee ik maar wil zeggen: ga niet (nooit) af op recensies: lees dat prachtige, woedende Schimmen van Fatma Aydemir. In mijn vertaling, of, als u dat kunt, in het origineel. Beide zijn een stuk rijker dan Aarnout u laat geloven.

Marcel Misset

Fatma Aydemir – Schimmen. Vertaald door Marcel Misset. Signatuur, Amsterdam. 292 blz. € 26,99.