Zie!

In de proloog van Luister van Sacha Bronwasser herinnert hoofdpersonage Marie zich een waardevolle les die ze als student fotografie leerde op de kunstacademie.

‘Er is een verschil tussen kijken en zien’, leerde jij ons lang geleden, in de tijd dat we nog jong waren. Ik nog geen twintig, jij nog geen dertig. Het leslokaal was niet verduisterd zoals gewoonlijk. Jij, onze docent, ging ons niet meevoeren in het oeuvre van een fotograaf of in de geschiedenis van het eerste beeld, niet mee op expeditie met een platencamera die naar een uithoek van de wereld was getorst om daar, voor het eerst sinds de oerknal, het uitzicht vast te leggen.

Het is een passend motto voor het vervolg van de roman: verteller Marie kijkt overal om zich heen en ziet daardoor meer dan de meeste mensen zien. Niet voor niets bevat haar verhaal veel opsommingen van taferelen op straat, voorwerpen in een ruimte, gevoelens die iemand in een tijdbestek doormaakt. Het leven van verschillende personen, wier lot op ingenieuze wijze met elkaar verbonden raakt in de loop van het boek, wordt op deze wijze geregistreerd en opgetekend, in beeldende en glasheldere taal.

Op basis van de proloog verwacht je een verhaal over de ik en haar docent, maar het eerste deel van het boek draait om Philippe Lambert, een Parijzenaar die halverwege de jaren 80 als kersverse echtgenoot en vader een interne crisis doormaakt. Philippe lijdt aan angsten en is er heilig van overtuigd dat er iets vreselijks zal gebeuren met de au pair van zijn gezin: een jonge vrouw uit Duitsland. Hij begint haar clandestien te achtervolgen op straat, wat enkele schitterende en spannende scènes oplevert. Uiteindelijk slaat het noodlot daadwerkelijk toe in deze adembenemende vertelling, die het boek op zichzelf al de moeite waard maakt.

Voor de lezer wordt de functie van dit deel daarna pas duidelijk, wanneer zich enkele jaren later een nieuwe au pair meldt bij het inmiddels aan lager wal geraakte gezin: Marie. Zij is not as young as the other girls, aldus Philippe, een zinsnede die de lezer op dat moment al kan plaatsen, maar de kersverse au pair niet. Marie is naar Parijs gevlucht om het verleden achter zich te laten, en al zorgende voor twee vrolijke peuters en het huishouden komt ze steeds meer op adem. Een prettige bijkomstigheid is dat ze zich de Franse taal eigen maakt, een leerproces dat op schitterende wijze beschreven wordt.

Eindelijk zwaaide de deur in de muur van taal open. Op de boulevard liepen twee vrouwen voorbij, ze klaagden over hun baas, over een bemoeizuchtige nieuwe collega, de plotselinge kou. Ik draaide om en liep een stukje achter ze aan, hun beklag inademend. Ik bleef dralen achter een man bij de kiosk; hij informeerde tussen zijn bestelling door naar het zieke hondje van de eigenaar, besprak ook het weer, foeterde op de socialisten, kocht sigaretten voor een vriend. De krantenkloppen gleden intussen zo naar binnen. (…) Ik verstond alles, ik las alles, begreep alles.

Voordat Marie echter haar coming of age in Parijs voltooit, dwalen we met haar mee terug door de tijd naar de vormende jaren aan de kunstacademie en de rol van docente Flo, een gewaardeerd fotografe, daarin. Flo leert haar niet alleen te zien in plaats van te kijken, ze leert haar ook hoe te leven op artistieke wijze, ze kneedt Marie van een provinciemeid tot een stadse schone, een soort My Fair Lady in de turbulente jaren tachtig. Het is een relatie die voor Marie haar leven bepaalt en voor Flo vooral een spel lijkt; de scheve verhoudingen weet Bronwasser in treffende voorbeelden te schetsen en tegelijkertijd kritisch te bevragen: wie heeft wie eigenlijk nodig? Aan alles is duidelijk dat de idylle niet lang stand kan houden en de afloop is dan ook fataal en megalomaan, waardoor we ineens goed begrijpen dat het anonieme leven van Marie de Parijse au pair als een bevrijding voelt. Luister is daarmee ook een roman over de verschillende rollen die je binnen een relatie, gezin of huishouden vervult en hoe het is om macht te bezitten over anderen, wat zoals blijkt uit de gebeurtenissen niet altijd gewenst of een zegen is, in tegendeel zelfs.

Als we terugkeren naar Marie in de lichtstad, en het naderende einde van haar residentie bij de familie Lambert, vinden er nog enkele wonderlijke verwikkelingen plaats, waardoor alles wat er in het voorafgaande leven van Philippe is gebeurd nog sterker zal nagalmen. Er wordt een boude voorspelling gedaan waarvan de inmiddels oplettende lezer zeker weet dat deze uit zal komen, en in het korte laatste deel van de roman zet Bronwasser nog één keer al haar vertelkunsten in om de losse eindjes kundig aan elkaar te knopen en een erudiete parallel te trekken tussen het Parijs van toen en nu.

Het knappe aan dit boek is dat het je op voorhand aan enkele bekende werken doet denken: allereerst natuurlijk Hermans’ Au Pair, maar ook een boek als Weijers’ De consequenties, in de hoofdstukken die in het kunstenaarsmilieu spelen, of qua vertelstructuur (en relationele verhoudingen) de internationale hit Asymmetry van Lisa Halliday. In zekere zin is Luister een soort optelsom van dergelijke invloeden, maar Bronwasser weet de lezer bovendien enkele malen op het verkeerde been te zetten, doordat het verhaal steeds een iets andere wending neemt, en daarmee bredere thematiek aanraakt dan je in eerste instantie verwacht.

Daarmee is Luister een roman waarin eindeloos veel op te merken valt, een vertelling die je onmiddellijk wilt herlezen om clous te vinden die je aanvankelijk over het hoofd gezien hebt, een boek dat wordt voortgestuwd door een pakkend plot maar ook genoeg rust bevat om na te denken over het vertelde. De grootste kracht schuilt vermoedelijk in de prachtige beelden waarin het verhaal gegoten is, en die de personages en decors echt tot leven wekken. Ofwel, zoals Marie in de proloog zelf al constateert:

Wie ziet kan vertellen. En wie vertelt legt vast. We hebben de taal nodig om onze ogen te helpen.

Willem Goedhart

Sacha Bronwasser – Luister. Ambo|Anthos, Amsterdam. 256 blz. € 22,99.