Het is niet zomaar wat om literair New York te vatten in slechts tien romans. Maar het is een aanzet daartoe, waarbij er net zo goed een heel andere mustread-leeslijst uit had kunnen rollen. Aan de Tzum-lezer om aan te vullen, uit te breiden en tips te geven. Ik houd me er zonder meer voor aanbevolen.

1 John Dos Passos – Manhattan Transfer
Een gistende massa van personages – waarvan de jonge Jimmy Herf de voornaamste is – in het New York van begin twintigste eeuw en tegen de achtergrond van de eerste wereldoorlog, de roaring twenties en de aanstaande beurskrach. Revolutionaire roman, uit 1925 (Nederlandse vertaling 1985).

2 Henry Roth – Noem het slaap
Klassieke coming-of-age-roman over de jonge immigrant David Schearl, die eind jaren twintig van de vorige eeuw met zijn ouders per stoomboot aankomt in New York. Kommer en kwel en armoede troef, maar David houdt vooral vast aan de liefde voor zijn moeder – en wordt onafgebroken afgeranseld door zijn vader: klassiek verhaal dus, met tamelijk autobiografische trekken, gepubliceerd in 1934.

3 E.L. Doctorow – Wereldtentoonstelling
De Wereldtentoonstelling in 1939 in New York, bezien door de ogen van de negenjarige Edgar Altschuler. De opwinding spat van de pagina’s – de aankomst van de Hindenburg boven New York! – maar de achtergrond is die van armoede en depressie. In 1986 bekroond met de American Book Award.

4 Paul Auster – The New York Trilogy
Vervreemdende, experimentele romantrilogie, bestaande uit Broze stad, Schimmen en De gesloten kamer. Hoewel niet in elkaars verlengde en op zichzelf staand, bieden de met veel mysterie omgeven romans tezamen een boeiende inkijk in de avontuurlijke geest van een groot schrijver.

5 Tom Wolfe – Het vreugdevuur der ijdelheden
Literaire sensatie in 1987. Tom Wolfe – een van de wegbereiders van het New Journalism: vermeng feit met fictie – publiceert een fantastische roman waarin hij de haute finance van New York – in de persoon van de hyper-arrogante, irritante Sherman McCoy keihard laat botsen op New Yorks onderkant. Overkokende tegenstellingen; magistrale roman.

6 Jay McInerney – Schitterlichten, grote stad
Onontkoombaar debuut uit 1984. Afgebeten proza, afstandelijk, koud. McInerney dompelt zijn alter-ego Ted Allagash onder in de kille geneugten van het nachtleven van pretpark New York. Opmaat voor de Bratpack-schrijvers, met Jay McInerney en Bret Easton Ellis in de voorhoede.

7 Mark Helprin – Wintervertelling
Ja, een soort van sprookje. Een wonder dient te worden verricht door Peter Blake, maar dat zou hem kunnen lukken door de ondersteuning van een soort van Pegasus. Het winterse New York in vogelvlucht geportretteerd. Magie, literair verbeeld.

8 Colum McCann – Laat de aarde draaien
De Twin Towers als personage in een roman, maar dan niet de ineenstorting ervan. Nee, in zijn glorie. De Fransman Philippe Petit wandelt op 7 augustus 1974, in een wereldact van drie kwartier, tussen de beide torens op ruim vierhonderd meter hoogte en op een afstand van zo’n veertig meter een aantal keren heen en weer op een stalen koord; magistraal gefictionaliseerd door de Ier Colum McCann.

9 Garth Risk Hallberg – Stad in brand
Meesterstuk van een auteur die 39 jaar na dato een feilloos portret neerzet van een metropool in verval – in het bijzonder wat er gebeurt wanneer de stroom uitvalt op 13 juli 1977. Kunst, literatuur en punk, vervat in een duizelingwekkende, duizend-plus-pagina’s-roman.

10 Colson Whitehead – Harlem shuffle
Beduidend lichtvoetiger dan zijn eerdere romans – maar nog steeds doordesemend met het raciale thema – is Colson Whiteheads Harlem Shuffle, die zich afspeelt in het zwarte Harlem van eind-jaren-50 tot begin-jaren-60. Een absolute New York-roman, opgebouwd als een drieluik, met in de hoofdrol meubelverkoper Ray Carney. En recentelijk is er een vervolg: Misdaadmanifest.

Laat in de reacties weten wat jouw mooiste boeken over New York zijn.