Hors concours

Ik was (bewust) te laat voor het jaaroverzicht van Tzum, deed ook elders niet mee aan de lijstjes van ‘beste boeken van 2017’. Excuus, wilde na een jaar altruïsme, eens wat voor mijzelf doen. Optreden met het midden januari te verschijnen miniaturenboek bijvoorbeeld en gewoonweg eens een wat weken voor jezelf schrijven, aan wat columns voor de streekkrant. Fijn vooruitwerk, dat uiteindelijk met een hoop extentions zal worden gebundeld. Ongecensureerd. Succes verzekerd. ‘Kom ik er in voor?’ ‘Zo was het helemaal niet!’ ‘Waarom sta ik er niet in?’

En daarnaast een workshop geven aangaande het spelen van de cajon, ook wel trommeldoos. Aan kinderen bij de naschoolse opvang en voor een zaal vol begrafenisondernemers. ‘Komt u maar eens naast mij óp de kist zitten.’ ‘Niet zo stijfjes.’ Een fijne spagaat die energie geeft, in plaats van opslurpt. En onderwijl blijven de recensie-exemplaren binnenvallen, alsook de ronkende boekberichten der marketingafdelingen. Tijdelijk succesvol genegeerd.

De literatuur is per definitie pluriform, de kracht zit juist in de breedte. Het is bijna misdadig om uit het genereuze aanbod een drietal titels naar voren te schuiven, of ze grotendeels genegeerd zijn of niet. De recensenten worden murw geslagen, onverschilligheid sluipt er ongemerkt in. De ruimte is, behalve bij de onvolprezen sites zoals Tzum en Literatuurplein, nu eenmaal beperkt, wordt steeds geringer. Succesnummers en lievelingen van het grote publiek souperen meer en meer kolommen op. ‘Dat is wat de mensen willen lezen’ hoor je de wanhopige redacteuren van de geschreven media denken. Uitgevers zijn over het algemeen ouderwets. Gebruiken het liefst quotes uit de kwaliteitskranten.

Het overzicht van de 50 best bekeken stukken van 2017 op Tzum laat zien dat een kleine 800.000 bezoekers ruim 2 miljoen pagina’s bekijken. Ook persoonlijk is het bemoedigend. Van de 34 recensies die in het overzicht voorkomen, zijn er 12 door ondergetekende gewrocht, met een totaal ruim 56.000 hits. (Er vallen ook nog zo’n tachtig recensies (net) buiten de top.)

De werkelijke waarde steekt in de continuïteit. Het hout van Jeroen Brouwers (2014); Als de winter voorbij is, Thomas Verbogt (2015); De onderwaterzwemmer, P.F. Thomése (2015) en Moeders zondag, Graham Swift (2016) staan nog steeds stevig in de favorietenlijst, worden elke maand weer ‘geraadpleegd’.

Aanleiding voor dit stuk is het ontbreken in de overzichtslijsten van De wereld waar ik buiten sta van Hanny Michaelis. Het oorlogsdagboek van een gymnasiaste van Joodse afkomst die bij meesttijds strenggelovige protestanten onderduikt. Een echte eyeopener. Een boek hors categorie, dat je de rest van je leven bijblijft. Aan de dichteres Michaelis is een superieure schrijfster en critica verloren gegaan. Maar het dagboek is feitelijk haar levenswerk. Begin twintig en het absolute meesterwerk, het magnum opus al klaar.

En verder dan toch nog, in willekeurige volgorde: Van kleine helden, Richard de Nooy; Vuurland, Andreas Oosthoek; Aan doodgaan dachten we niet, Gerda Blees; De rode stoeltjes, Edna O’Brien; Konijnentango, Daan Remmerts de Vries; De pelikaan, Martin Michael Driessen; Duizend-en-een-nachtmerries, Rodaan al Galidi; De schuilplaats, Christophe Boltanski, Geluksvogels, Julianne Pachico; Herinneringen. Van Moskou naar de Zwarte Zee, Teffi; Wedervaring, Bodo Kirchhoff; Ellebogen, Fatma Aydemir; De nacht in Lissabon, Erich Maria Remarque; Wie het mooist valt, Sara Novič; Stoppen met roken in 87 gedichten, Dimitri Verhulst; Geschiedenis van geweld, Edouard Louis; Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken, Arjan van Veelen.

Tzum, alvast gefeliciteerd met het aanstaande twintigjarige jubileum. Iedereen nog veel boekjaren gewenst.

Guus Bauer