De zeven schuifjes

Dat je soms jaren moet wachten op je gelijk, ondanks een boze pr-mevrouw, geeft toch wel enige voldoening. Dat ik op Tzum uitvoerig over NBD Biblion schreef wil overigens niet zeggen dat ik zo laaiend enthousiast was over de kwaliteit van de oude recensies. Daar is nogal wat op aan te merken (zie bijvoorbeeld hier, hier, hier, hier, en hier).

Als halve uitgever kan ik ook een eind meegaan met de opmerkingen van Gerrit Brand, uitgever van Nobelman.


De woordkeuze van de schrijver van de aanschafinformatie zorgt er inderdaad voor of een boek door drie bibliotheken werd aangekocht of door tachtig. Dat het systeem nodig toe was aan een herijking was wel duidelijk.

Toch heb ik met buitengewoon veel plezier gekeken naar de publicitaire ramp die NBD Biblion deze week over zichzelf afriep. Elke actie die ondernomen werd, was fout. Zo werden de bibliotheken eerder ingelicht dan de mensen die de recensies schreven. Sommige recensenten werden gebeld, andere niet. Sommige recensenten kregen uit het niets een oprotbriefje met de onderwerpsregel ‘Bedankt voor je waardevolle bijdrage’, andere niet. Om het extra leuk te maken had NBD Biblion er nog een feestje bij verzonnen. Kom dansen op je eigen begrafenis. Toen er wat gemor ontstond organiseerde men in allerijl een webinar. Die is niet bedoeld om de inhoudelijke kritiek te weerleggen, maar om het proces nog eens uit te leggen. Ik ken die trucjes uit het hoger onderwijs: als men niet bereid is om inhoudelijk ergens op in te gaan; dan gaat men de processen toelichten. Toen er inhoudelijke kritiek kwam op de voorbeeldrecensie door computers, zei NBD Biblion dat de voorbeelden nog niet juist waren en moest directeur Nina Nannini op de radio toegeven dat (na drie-en-een-half jaar voorbereiding) het systeem nog niet helemaal klopte. Vanaf nu werkt men niet meer met vijf schuifjes, maar met zeven schuifjes. Opnieuw een technisch antwoord uit de managementhoek, want de vraag waarom het boek Nachtangst van Giphart was ingeschaald op relatief veel seks (en Aleksandra van Lisa Weeda op relatief weinig geweld) werd niet beantwoord. Ik denk dat men bij opleidingen Communicatie nog jaren kan teren op alle fouten die zijn gemaakt deze week.

Onder dit gedoe bij NBD Biblion gaapt een totaal andere kloof, namelijk tussen mensen die lezen en de mensen die dat niet doen. Mijn opa en oma hadden een bibliotheek in Wijhe (de Sing Sing-bibliotheek), maar voordat ze die openden moest mijn oma wel een boekenexamen doen. Nu, decennia later, is de bibliotheekacademie verdwenen en werken er bij de bibliotheek heel veel mensen die nauwelijks boeken lezen en nauwelijks de literaire bijlagen bijhouden. Ze bestaan gelukkig nog wel, maar van deze uitstervende soort krijg je berichtjes hoe erbarmelijk het gesteld is met de kennis van literatuur bij collega’s. Je verwacht bij de collectievorming juist mensen die weten wat er speelt, die weten wat er uitgegeven wordt, die weet welke doelgroep welk boek leest. De praktijk is vaak – godzijdank niet altijd – een andere: een medewerker die van toeten noch blazen weet, bouwt een collectie op aan de hand van de aanschafinformatie van NBD Biblion.

Mijn oplossing: gooi de gecomputeriseerde aanschafinformatie van NBD Biblion weg en zorg dat de informatie die uitgevers naar het Centraal Boekhuis sturen ook terechtkomt bij bibliotheken. Zorg dat je ter zake kundige mensen krijgt aan wie je de collectieopbouw kunt toevertrouwen. Laat ze jaarlijks verplicht op inhoudelijke bijspijkercursussen gaan. Misschien zijn er tussen die 700 afgedankte recensenten genoeg vakmensen te vinden om alle bibliotheken te voorzien. Hef NBD Biblion op.

Coen Peppelenbos