Binnenkort verschijnt: ‘Ik moet weer aan het werk. Echt hoor, mijn boek moet af’. Over Brief in de nacht geschreven en Brief uit het huis genaamd ‘Het Gras’ van Gerard Kornelis van het Reve, het zesde deel van een serie beschouwingen over de reisbrieven in Op weg naar het einde en Nader tot U (Uitgeverij Fragment, 2022-2024). Eerder verschenen Het beeld, de man en het beeld. Over Gijsbert Karel van Hogendorp (CBK Rotterdam), Misschien was het de apostrof. Over Willem Frederik Hermans en de bibliofiele editie van Geyerstein's Dynamiek en de roman Van Steen (Dijl's Uitgeverij). Frank van Dijl schreef, onder meer over boeken en schrijvers, voor NRC, HP/De Tijd, Algemeen Dagblad, Bzzlletin, Literair Paspoort en Het Vrije Volk. Hij is redacteur van Tzum en van Argus.
Claire Goll, dichteres, weduwe van Yvan Goll, dichter, valt in haar in 1976 bij een kleine Franse uitgeverij verschenen autobiografisch geschrift La poursuite du vent, nu [1978] in de vertaling
Beminnelijk man ontsteekt in woede ‘Een van de prettigste kanten van een dagboek bijhouden,’ heeft Kees Buddingh’ eens geschreven, ‘is, dat je er niet elke dag in hoeft te schrijven.’
Een jubeljaar in de knop gebroken Willem Frederik Hermans had, om meerdere redenen, niet veel op met E. du Perron en Menno ter Braak. Zijn leven lang heeft hij hen
Veertien Volkskrantlezers geven vanochtend lucht aan hun gemoed na het overlijden van Remco Campert. Pim Ligtvoet uit Amsterdam vraagt de krant om het gedicht ‘Lamento’, waarvan gisteren een fragment op
In 1977 interviewde Frank van Dijl aan de vooravond van Poetry International de dichter Remco Campert. De dichter zat net wat in een impasse. Presenteren van poëziefestivals is een veeg
Breuk met de traditie van somberheid en pessimisme Jeroen Brouwers verklaarde in zijn pamflet De Nieuwe Revisor de jaren zeventig tot een decennium van duisternis en druil, schijntalenten, roestigheid, verval, verrotting,
Altijd reist het noodlot mee Nog voordat het verhaal een aanvang genomen heeft, reikt Jan Wolkers de lezer in het motto een belangrijke sleutel aan tot zijn dertiende boek, de
Marike Vierstra presenteerde zaterdag haar roman Wat beweegt de brommerpiloot bij Donner Boeken in Rotterdam. Zij werd geïnterviewd door fotograaf Edwin Roelofs en overhandigde het eerste exemplaar aan Jerry Sjardin, redacteur
Wat moet een mens met Ab Visser? Eén ding moet ik Ab Visser nageven: hij heeft wél lef. ‘Het manuscript van dit boek werd door tenminste twaalf uitgevers geweigerd’, schrijft
Literaire achtergrondmuziek bij het Verzameld werk ‘Ja, ik ben nog bezig’, vertelde Marnix Gijsen, 78 jaar oud, aan Het Vrije Volk [22 oktober 1977]. ‘Ik heb dit jaar vooral korte
Het ILFU (Internationaal Literatuur Festival Utrecht) zoekt 10.000 boeken om zijn opening op 23 september luister bij te zetten. In een straat in de Utrechtse binnenstad verdrijft het kunstenaarscollectief Luzinterruptus
In 1931 kon Du Perron zijn draai niet vinden ‘Ik kom gewoonweg niet tot werken: familiegedonder en warmte’, schrijft Eddy du Perron op 7 juli 1931 aan Wynand Kramers. Het
Niet alle verhalen die Harry Mulisch schreef zijn opgenomen in de kloeke, 644 bladzijden tellende bundel De verhalen 1947-1977. Enkele uit zijn begintijd, zo leert ons de verantwoording van Marita
‘De polemiek tussen Brouwers en Kousbroek mag de boeken ingaan als een onbesliste strijd.’ Tot die conclusie komt Frits Abrahams vandaag in zijn column in NRC (€). Hij rakelt de
Minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) zou de roman Asymmetrie van Lisa Halliday moeten lezen. Dat beveelt de schrijver Philip Huff (foto boven) de bewindsman van harte aan: De roman speelt
Het verdriet van Vlaanderen Julien Weverbergh was vijftien jaar directeur van de Vlaamse uitgeverij Manteau toen hij in 1986 door het Nederlandse moederbedrijf Elsevier op staande voet werd ontslagen. Het
PostNL brengt een postzegel uit met het portret van A.F.Th. van der Heijden. De oplage bedraagt niet meer dan zeventig, door de auteur gesigneerde velletjes. Als het voorbeeld dat stichting
In (bijna) geheime voetnoot, zijn rubriek op Instagram, vraagt Arnon Grunberg zich af of Jeroen Brouwers wel zo’n goede polemist was, zoals in talloze necrologieën wordt beweerd: ‘Is dit een
Machteloos geschrijf In de flaptekst van Jeroen Brouwers’ nieuwe kladboek wordt, met instemming natuurlijk, iemand geciteerd die over hem schrijft: ‘Wie niet foutloos formuleert wordt in Brouwers polemieken genadeloos onderuitgehaald’
In een van de eerste weken van 1977 bezocht ik in zijn toenmalige woning in Exel de schrijver Jeroen Brouwers om hem te interviewen voor het in Rotterdam verschijnende dagblad